Lichtschepen

Als kustverlichting wordt niet alleen gebruik gemaakt van vuurtorens, maar ook van schepen. Zo’n schip wordt een lichtschip genoemd. Een lichtschip werd vroeger op zee gebruikt op plaatsen waar de bouw van een vuurtoren niet mogelijk was, maar waar het wel gevaarlijk was voor de scheepvaart, omdat er ondieptes zijn. Een paar bekende namen zijn lichtschip Texel en het lichtschip Noord-Hinder. In Nederland is geen lichtschip meer in werking, op de plaats waar het lichtschip Goeree heeft gelegen, ter hoogte van Ouddorp in zee, staat nu een lichtplatform waarop een helikopter kan landen. Het lichtschip is in Engeland ontstaan. In Engeland werd het eerste lichtschip ooit uitgelegd in de monding van Thames uitgelegd in 1731. In 1814 werd het eerste lichtschip uitgelegd in Nederland. Dit was bij het Vlie en de naam van het schip was Schuytezand. Dit schip heeft waarschijnlijk dienst gedaan tot 1824. Het eerste lichtschip, dat speciaal als lichtschip gebouwd was, werd op 16 november 1858 uitgelegd bij de Noordhinderbank met de naam Noord-Hinder. In 1881 werden de lichtschepen Terschellingerbank en Schouwenbank uitgelegd. In 1890 en 1891 werden de schepen Haaks en Maas uitgelegd. In 1930 werd lichtschip Maas weer binnengehaald en in 1934 werd ook Schouwenbank binnengehaald. In 1940 toen de oorlog begon werden de drie schepen die nog wel op zee lagen ook binnengehaald. Bij het binnenhalen van Terschellingerbank waren de bemanningsleden verdwenen, ze waren aan boord gestapt van andere schepen. De meeste bemanningsleden van de Terschellingerbank gingen naar Nederland, maar ook een aantal ging naar Engeland. Na de oorlog werden de lichtschepen weer uitgelegd. De eerste die werd uitgelegd was lichtschip Goeree in februari 1946, daarna lichtschip Texel in maart 1947 op de plaats van lichtschip Haaks, daarna Terschellingerbank in december 1948 en tot slot in januari 1954 lichtschip Noord-Hinder. Na de oorlog zijn nog drie nieuwe lichtschepen gebouwd. De schepen nummer 10, 11 en 12. Lichtschip no.10 werd in 1952 uitgelegd, no.11 was daar in 1953 klaar voor, deze zijn beiden gebouwd op Rijkswerf Willemsoord in Den Helder. Schip no.12 was in 1963 klaar om uitgelegd te worden, deze is gebouwd op scheepswerf de Waal te Zaltbommel. Het eerste lichtschip dat werd binnengehaald was Goeree op 14 september 1971, omdat lichtplatform Goeree in gebruik genomen werd. In 1975 is ook lichtschip Terschellingerbank binnengehaald. De schepen no.10, no.11 en no.12 werden in de periode 1976 tot 1983 geautomatiseerd, waarna deze schepen zonder bemanning, afwisselend op de positie Noord-Hinder en Texel lagen. Tijdens een zware storm op 1 oktober 1991 sloeg het schip Texel no.11 dat op positie Texel lag, los. Na mislukte pogingen om bemanning op het schip te krijgen, strandde het schip vroeg in de morgen op 2 oktober op de Hondsbossche Zeewering bij Petten. Bergers zagen het niet zitten het schip los te krijgen en besloten het ter plekke te slopen. De stichting Nautische Monumenten uit Den Helder zag kans om de toren op het schip te redden. De toren staat nu op Rijkswerf Willemsoord in Den Helder. Het gestrande schip werd nog voor korte tijd vervangen door het lichtschip Texel no.10. In februari 1992 werd het schip binnengehaald en vervangen door een grote boei. Het schip Texel no.10 licht nu in de haven van Rijkswerf Willemsoord in Den Helder. Het aantal lichtschepen was terug gebracht tot twee. Lichtschip Noord-Hinder no.12 en lichtschip Texel no.10 als reserve. Op 21 maart 1994 werd het laatste lichtschip no.12 binnengehaald en vervangen door een grote boei, lichtschip Noord-Hinder no.12 ligt nu in de haven van Hellevoetsluis.

Texel no.10
Texel no.11
Noord-Hinder no.12